Keuze van het perceel

De teelt van vlas begint met de keuze van het perceel.
Belangrijk hierbij zijn o.a. voorvrucht, structuur, N.voorraad, kans op bodemziekte, grondsoort

Voorvrucht:
Goede voorvruchten zijn b.v.granen, bruine bonen, graszaad. Gewassen als b.v. uien en bieten is goed mogelijk, maar vraagt wat extra attentie op o.a. structuur en stikstof.
Bij aardappelen geldt dit zeker!
Afgeraden moet worden gewassen als cichorei, witlof, bloembollen ed. vanwege structuur en/of doorwas van deze gewassen.
Vlas kan geteeld worden op alle grondsoorten, mits de PH 4.5 of hoger is.

Structuur:
Structuur is erg belangrijk bij de teelt van vlas. Vlas is structuurgevoelig.
Het is daarom belangrijk alle basisregels voor een goede structuur te hanteren om schade te voorkomen

N. voorraad:
Vlas behoeft een stikstofgift van 75/80 kg stikstof, minus de bodemvoorraad van 0/60cm.De stikstofgift kan het beste gebeuren bij het zaaien.

Bodemziekten:
Als het te verwachten is dat er zich bodemziekten kunnen voordoen moet er rekening mee gehouden worden bij de keuze van het ras.
Voor alle bodemziekten zijn resistente rassen beschikbaar.

Grondsoort:
De grondsoort kan invloed hebben op de teelt van vlas. Bij zwaardere grondsoorten dient men iets meer te verzaaien ca. 10% meer en stikstofgift mag ook iets verruimd worden.